Schiller, Friedrich von
Voorzienigheid geeft kans - Voor het doel / De mens moet het vormgeven
Omdat het oog van de wet toekijkt
Omdat de zee de ruimte van hoop is / En het grillige rijk van toevalligheden
Want de jacht is een parabel van veldslagen, / De vrolijke bruid van de grafgod van de oorlog
Omdat de wraakgoden in stilte scheppen
Want wie het juk van de Heer niet draagt / Zich niet tooien met zijn kruis
De boer is ook een mens - bij wijze van spreken
De goede man denkt als laatste aan zichzelf
De wijze man bouwt vooruit
De man moet gaan / Het vijandige leven in
De mens heeft weinig nodig en is rijk aan het leven / Is natuur
De mens is vrij geschapen, is vrij / En als hij in ketenen werd geboren
De Moor heeft zijn werk gedaan, de Moor kan gaan
Het is moed die de ridder eert
Gehoorzamen aan de noodzaak, niet aan het eigen instinct
De ring maakt huwelijken, / En het zijn ringen die een ketting maken
De sterken zijn het machtigst alleen