Goethe, Johann Wolfgang von
Wie kan iets doms denken, wie kan iets slims denken, / waar de antieke wereld nog niet aan heeft gedacht?
Hij die lang leeft, heeft veel geleerd, / Er kan niets nieuws voor hem gebeuren in deze wereld
Hij die niet meer liefheeft en niet langer dwaalt / Zich laat begraven
Wie pech kneedt, lijmt zijn eigen handen aan elkaar
Wie rijdt er zo laat door nacht en wind? / Het is de vader met zijn kindAls je de wetten niet wilt gehoorzamen, moet je het gebied verlaten waar ze van toepassing zijn
Iedereen die zichzelf niet als de beste kan beschouwen, is zeker niet een van de beste
Als je zeker stappen wilt zetten, moet je ze langzaam doen
Iedereen die laat in zijn leven leert te doen alsof, heeft de schijn van eerlijkheid voor de boeg
Degene die als eerste de richtpunten van het veelvuldige spel van horizontale lijnen aan zijn horizon op de foto vastlegde, vond het principe van perspectief uit
Ik zou tegen het moment zeggen: / Blijf nog even! jij bent zo mooi!Hoe het stoomt en brult en spuit / Uit het onbekende graf! / Vanuit een geheim vuur gloeit / Geneeskrachtig water, aarde en lucht
Wat ben ik blij dat ik weg ben!
Hoe houden kersen en bessen van / Moet je kinderen en mussen vragen
Zoals je weet, zijn titels een moderne uitvinding
Wil je blijven dwalen? / Kijk, het goede is zo dichtbij / Leer gewoon geluk te omarmen, / Omdat geluk er altijd is
Wil je niets nutteloos kopen / Moet je niet naar de kermis