Voltaire

(Francois Marie Arouet)

Op een dag komt alles goed, dat is onze hoop. Vandaag komt alles goed, dat is onze illusie

Het overbodige is het hoogst noodzakelijke

Het plezier om gelijk te hebben zou onvolledig zijn zonder het plezier om anderen ongelijk te geven

De eerste maand van het huwelijk is de maand van honing, de tweede de maand van absint

De vrouw is een mens die zich aankleedt, praat en weer uitkleedt

Angst moet mensen afschrikken van misdaad, maar dwangarbeid en levenslange schande zijn meer afschrikwekkend dan de galg

De meest bruikbare boeken zijn boeken die de lezer aanmoedigen om ze in te vullen

De Turken noemen syfilis de "christelijke plaag" en dit draagt ​​alleen maar bij aan de diepe minachting die ze hebben voor ons geloof

Als het echter overspel is, zou ik minder vergevingsgezind zijn, want overspel is diefstal

Ik weet niet wat dat zou kunnen zijn, eeuwig leven Maar dit hier, dit wereldse is een slechte grap

In de ene helft van ons leven offeren we gezondheid op om geld te verwerven, in de andere helft offeren we geld op om weer gezond te worden

Hoe minder bijgeloof, hoe minder fanatisme, hoe minder fanatisme, hoe minder kwaad

Elke wet moet duidelijk, uniform en nauwkeurig zijn, interpreteren is bijna altijd bederven

Le mieux est l'ennemi du bien (Hoe beter is de vijand van het goede)

Men moet eerst een mens zijn en dan een dokter

Patriottisme? Een mix van eigenliefde en vooroordelen

Si Dieu n'existait pas, il faudrait l'inventer (Als er geen God was, zou men hem moeten uitvinden)

Onze grootste vijand is verveling