Lexolino

Kunstschaatsen cijfers

Kunstschaatsen cijfers

Rittberger

De Rittberger is een edge-jump die is vernoemd naar de Duitse vice-wereldkampioen Werner Rittberger. Bij deze sprong glijdt de schaatser met beide benen naar achteren op het ijs totdat hij achteruit van het rechterbeen springt, zich één keer omdraait en dan weer op hetzelfde been landt. Natuurlijk kan hij zich ook twee of drie keer omdraaien (enkel/dubbel/triple Rittberger).

teenlus

De teenlus is uitgevonden door de Amerikaanse professionele schaatser Bruce Mapes in de jaren 1920. De naam Toeloop betekent "teenlus" en komt van het feit dat dit figuur doet denken aan een lus. Bij deze sprong glijdt de loper naar voren, springt van de buitenrand van de rechtervoet en landt na een draai achterwaarts op dezelfde voet. Deze sprong eenmaal uitvoeren wordt als relatief eenvoudig beschouwd, maar kan ook twee keer of zelfs drievoudig worden uitgevoerd.

Axel

Het is de moeilijkste van alle sprongen en is vernoemd naar de Noorse kunstschaatsster Axel Paulsen. Hier glijdt de loper eerst achteruit op het linkerbeen. Hij zet dan zijn rechtervoet naar voren en springt naar voren. Landing vindt plaats na anderhalve draai (op de eenvoudige as) achteruit op de rechtervoet. Natuurlijk kan deze sprong ook twee of drie keer worden uitgevoerd.

Salchow

De Salchow is vernoemd naar de Zweedse kunstschaatsster Ulrich Salchow en is een van de elementaire sprongen in het kunstschaatsen. Tijdens deze sprong springt de loper achteruit met het linkerbeen, draait eenmaal rond de linkerschouder en landt op het rechterbeen. De Salchow maakt deel uit van elke kür en kan door de mannen één, twee, drie of zelfs vier keer worden gesprongen. Je kunt hem ook combineren met andere sprongen zoals de Axel, de Flip of de Rittberger.

Lutz

Deze sprong is vernoemd naar de Oostenrijker Alois Lutz en kan enkel-, dubbel- of hinkstapspringen zijn. Hier rent de schaatser achteruit, stopt bij deze achterwaartse vlucht en springt, na met de riek van het rechterbeen op het ijs te hebben getikt, van het linkerbeen af. Nu krijgt hij het momentum van zijn armen en bovenlichaam en draait hij in de tegenovergestelde richting van de draairichting van de aanloop. De Lutz wordt achterwaarts op de rechtervoet geland.

Omdraaien

De flip is een sprong die erg lijkt op de lutz. Hij wordt ook gesprongen vanuit de omgekeerde run. De loper hurkt met zijn linkerknie en zwaait tegelijkertijd zijn rechterbeen en rechterarm van achteren. Hij haakt zich stevig in het ijs met de tanden van zijn rechterschaats en draait zich in de draairichting omhoog. Hij krijgt momentum door zijn benen in de lucht te strekken. Tijdens de sprong worden de armen voor het bovenlichaam gesloten. Het verschil met de Lutz is dat de flip vanaf de binnenrand wordt gesprongen.

Biellmann pirouette

Deze pirouette is een variant op de staande pirouette, waarbij de loper begint met een rechtopstaande pirouette. Maar dan grijpt hij de loper van zijn vrije voet en rekt zich omhoog. Deze pirouette is vernoemd naar Denise Biellmann uit Zwitserland en wordt om anatomische redenen meestal alleen door vrouwen uitgevoerd. De enige man die deze pirouette tot nu toe heeft kunnen laten zien, is de Rus Yevgeny Plyushchenko.

Doodsspiraal

Dit figuur is een element van paarschaatsen. In de doodsspiraal (Death Spiral) wordt de partner bijna horizontaal getrokken en op slechts één been glijdend door de hand van de partner rond zijn lichaamsas. Er zijn verschillende varianten van deze figuur, die allemaal verschillen in de draairichting en het been.


x
Ideen Selbstständigkeit zu Hause
Goed geïnformeerd met rechts Idee de zelfstandig ondernemer worden.
Kies je idee:
Met het juiste idee voor zelfstandig ondernemerschap.
© Ein Service der Nexodon GmbH