Theologische antropologie

De theologische antropologie bouwt voort op de uitspraken over de mens in de heilige geschriften van religies.

De basis van de christelijke theologie is de uitspraak in Genesis 1:26 over het beeld van God in mensen die door hun geestelijke gaven in staat zijn de waarheid te herkennen en verantwoordelijkheid te nemen. Volgens de katholieke leer wordt de mogelijkheid om volgens deze zijnsdefinitie te leven belemmerd door de zonde (erfzonde), terwijl deze volgens de protestantse opvatting in grotere mate wordt beschadigd of zelfs volledig wordt vernietigd

Volgens de islamitische theologie ligt het lot van de mens volledig in handen van God die hem heeft geschapen. Deze "creatieve activiteit" van God wordt herhaald bij elke conceptie en elke geboorte. De Koran benadrukt de mens als Gods goede schepping, maar beschrijft ze ook als inherent zwak (Soera 4:28), zwakzinnig, onrechtvaardig, onwetend en wispelturig in het geloof.

Orthodoxe theologie maakt onderscheid tussen mensen gemaakt naar het beeld van God en gelijkenis met God. Gemaakt "als" naar het beeld van God, de mens verloren met de zondeval. Maar het beeld van God bleef.