Lexolino Wet Informatieve zelfbeschikking

Informatieve zelfbeschikking

Informatieve zelfbeschikking

Informatieve zelfbeschikking

Het recht op informatieve zelfbeschikking beschrijft het recht van het individu om principieel zelf te beslissen hoe zijn persoonsgegevens worden gebruikt. Volgens de jurisprudentie van het Federaal Grondwettelijk Hof is dit een grondrecht op gegevensbescherming dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld in de basiswet. Het voorstel om een ​​recht op gegevensbescherming toe te voegen aan de grondwet heeft nog niet de vereiste meerderheid gevonden.

Het concept van het recht op informatieve zelfbeschikking gaat terug op een rapport van Wilhelm Steinmüller en Bernd Lutterbeck uit 1971. Het recht op informatieve zelfbeschikking is een uitdrukking van het algemene persoonlijkheidsrecht. Het Federale Grondwettelijk Hof erkende het recht op informatieve zelfbeschikking in het zogenaamde volkstellingsoordeel van 1983 als een grondrecht. Het uitgangspunt voor het Federale Grondwettelijk Hof is het algemene persoonlijkheidsrecht, d.w.z. artikel 2 lid 1 GG in samenhang met artikel 1 lid 1 GG (onder C II 1 a) van het arrest). De omstandigheden van de moderne gegevensverwerking brengen de vrije zelfbeschikking bij de ontwikkeling van de persoonlijkheid in gevaar. Iedereen die niet weet of geen invloed kan uitoefenen op welke informatie over zijn gedrag wordt opgeslagen en beschikbaar wordt gehouden, past zijn gedrag uit voorzichtigheid aan. Dit schaadt niet alleen de individuele vrijheid van handelen, maar ook het algemeen welzijn, aangezien een vrije en democratische gemeenschap de zelfbepaalde participatie van haar burgers vereist. "Een sociale orde en een rechtsorde die dit mogelijk maakt, zou niet verenigbaar zijn met het recht op informatieve zelfbeschikking waarin burgers niet langer kunnen weten wie weet wat over hen, wanneer en bij welke gelegenheid.” Volgens het Europees Parlement is het recht op informatieve zelfbeschikking ook afgeleid van artikel 8 lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: “Iedereen heeft het recht op respect voor hun privé- en gezinsleven, hun huis en zijn correspondentie.” – EVRM art. 8 (1)

beschermingsgebied

Het gebied van informatieve zelfbeschikking is uitgebreid. Er wordt geen onderscheid gemaakt of het meer of minder gevoelige individuele gegevens betreft. Het Federale Grondwettelijk Hof oordeelde dat er, gezien de mogelijkheden van de informatietechnologie, geen irrelevante gegevens meer waren.

Interventies

Beperkingen op het grondrecht zijn mogelijk, maar vereisen daarvoor een wettelijke basis, die moet aansluiten bij het vereiste van juridische duidelijkheid. Daarbij moet de wetgever een afweging maken tussen het belang bij de vertrouwelijkheid van de betrokkene en het algemeen belang bij de informatie van de verwerkende instantie. Beperkingen zijn alleen toegestaan ​​in het hoger algemeen belang. Er wordt onderscheid gemaakt tussen maatregelen die zonder of tegen de wil van de betrokkene worden genomen en maatregelen die vrijwillig zijn. Voor het eerste geldt dat de wettelijke machtiging ook "gebiedsspecifiek, nauwkeurig en bestand tegen administratieve bijstand" moet zijn. Er kan ook onderscheid worden gemaakt tussen anonieme gegevens, waardoor geen conclusies kunnen worden getrokken over de betrokkene (bijvoorbeeld voor statistische enquêtes), en tussen gegevens dat kan worden gepersonaliseerd. Bij geanonimiseerde gegevens wordt de doelbinding versoepeld, voor gegevens die gepersonaliseerd kunnen worden geldt een strikte doelbinding. Om datamisbruik te voorkomen, maakt de wetgever gebruik van bijvoorbeeld procedureregels en functionaris gegevensbescherming,...).

Invloed

Het recht op informatieve zelfbeschikking werd gebruikt als basis voor alle bestaande gegevensbeschermingswetten en richtlijnen voor gegevensbescherming. Het spioneren van privégegevens in het belang van de staat is aan strikte beperkingen onderworpen.Volgens het legaliteitsbeginsel vereist het doorgaans wettelijke regeling en volgens de beginselen van de scheiding der machten een rechterlijke beschikking. Na een bepaalde tijd moet de bespioneerde persoon op de hoogte worden gesteld van het proces. Hierdoor zal de opslag van data in de toekomst nauwelijks juridische status krijgen.

Overtredingen

Als een bedrijf herkenbaar persoonsgegevens over een persoon heeft, dan heeft die persoon doorgaans een wettelijk recht op informatie over de opslag en het beoogde gebruik van deze gegevens. Als er meer dan alleen eenvoudige adresgegevens van de persoon worden opgeslagen, heeft de betrokkene een wettelijk recht op verwijdering van de gegevens zolang er geen contractuele relatie bestaat.


x
Ideen Selbstständigkeit zu Hause
Goed geïnformeerd met rechts Idee de zelfstandig ondernemer worden.
Kies je idee:
Met het juiste idee voor zelfstandig ondernemerschap.
© Ein Service der Nexodon GmbH