Luchtmassaonweer
waar de temperatuur voldoende daalt op hoogte en
op grondniveau Verwarmingsmechanisme door zonnestraling moet plaatsvinden.
Het luchtmassaonweer is onderverdeeld in de volgende soorten onweersbuien.
- Hitte-onweersbuien (zomeronweersbuien)
Ze ontstaan pas in het zomerhalfjaar.
De lucht wordt voornamelijk nabij de grond verwarmd door de sterke zonnestralen, wat leidt tot
verdamping van een grote hoeveelheid water. Aangezien de zon hierin is gestroomd
Omdat de koude luchtmassa uit de ondergrond overdag al flink kan opwarmen, zorgt het voor een
Instabiliteit van de luchtlagen. De warme opstijgende lucht koelt af in de hogere omgeving
uit, uiteindelijk condenserend. Eindelijk, in de vocht-labiele atmosfeer,
veroorzaakte thermische onweersbuien. Deze treden meestal in de middag of avond op. -
winteronweer
Winteronweersbuien komen vaak voor in de wintermaanden en hebben een vergelijkbare geschiedenis
zoals hittestormen. In tegenstelling tot warme onweersbuien is er meestal geen voldoende
sterke zonnestraling, daarom kan een hoge temperatuurgradiënt alleen worden bereikt door sterke koeling
kan voorkomen in de bovenste lagen. Dit wordt bereikt door de toevoer van koude lucht van de hoogte naar de
Paden geleid, die vaak een polaire oorsprong hebben. Over het meer, de verticale stroom
van de luchtmassa`s thermisch door de sterke temperatuurgradiënt binnen de vrij
warme zeeoppervlak en de nogal koude lucht die eroverheen is gelaagd.
Winterweer komt het meest voor tussen de middag en de middag. Die in de onderste
Gelaagde verwarmde lucht is voldoende onstabiel om convectie te veroorzaken.
In de kustgebieden zijn de weersverschijnselen het meest extreem.
Winteronweersbuien worden gekenmerkt door zware klontenbuien en sneeuwbuien. Dit
In tegenstelling tot thermische onweersbuien zijn onweersbuien minder extreem omdat de koudere lucht minder is
bevat waterdamp en heeft dus minder energie.
nauwelijks in horizontale richting bewegen. De temperatuur moet echter voldoende stijgen met de hoogte
en er moet een verwarmingsmechanisme zijn dicht bij de grond (thermische activering).