Staten
Sinds de moderne Europese tijd wordt een staat gedefinieerd als elke politieke orde die een gemeenschappelijk grondgebied omvat dat wordt gedefinieerd als een nationaal grondgebied, een geassocieerd nationaal volk en de uitoefening van macht hierover. Er is geen algemeen geldende interpretatie van dergelijke regelgeving.
De vraag naar de vorm en aard van een staat betreft de staatstheorie als filosofische discipline en de algemene staatstheorie als rechtstheoretische discipline.
Er zijn historisch zeer verschillende theorieën over het ontstaan van uniforme politieke gemeenschappen, waarvan de meeste verband houden met de legitimiteit van een huidige regeringsvorm.
Klassiek internationaal recht onderscheidt de volgende drie kenmerken van de staat:
- Een bevolking (nationale mensen).
- Een geografisch definieerbaar deel van het aardoppervlak, het nationale grondgebied.
- Een standvastige regering die effectieve kracht uitoefent, de staatsmacht.
Het statenopvolgingsrecht regelt de vraag wanneer en in hoeverre nieuwe staten de rechtsposities van hun voorgangerstaten betreden. De staatsopvolging wordt vrijwel uitsluitend beheerst door het internationaal gewoonterecht.
In totaal zijn er 193 volledig erkende soevereine staten, waaronder de 192 leden van de VN en Vaticaanstad.